Schinveldse Hoejers op bezoek in gastvrij Recklinghausen

De zeven jaar jonge Lara Hoffmann en haar 11-jarig vriendinnetje Luisa Wendzinski uit het Duitse Recklinghausen zijn sinds zaterdag de nieuwe ereleden van het Schinveldse Hoej-Hoej-Comité. Beide meisjes ontdekten in de vroege avond van carnavalsdinsdag 8 maart van dit jaar de 52ste ’geet mit ee gesjtrikt udder’, die aan vele kleurige ballonnen over de daken van hun huizen zeilde op zoek naar een landingsplek. Beide kinderen zullen met hun ouders in 2012 – het jaar waarin de Hoej zijn 13de schrikkelverjaardag viert – naar Schinveld komen om er de 53ste Hoej-geet op te laten.

Het Hoej-Hoej-Comité lanceert sinds 29 februari 1960 elke carnavalsdinsdag de inmiddels befaamd geworden ’geet mit ee gesjtrikt udder’. Wie het kartonnen geitebeest vindt, wordt door het Comité bezocht en opgenomen in de gelederen der ereleden. Bovendien wordt de vinder of vindster uitgenodigd om als gast van de Hoej de volgende geit vanaf de Schinveldse ’Platz’ (Wilhelminaplein) te lanceren. Dat geet-oploate is in de loop der jaren uitgegroeid tot een traditionele gebeurtenis, die telkens massa’s enthousiaste geete-fans uit alle windrichtingen naar het Onderbankendorp lokt.

Welkom:
De zes Hoejers werden in de stadswijk Hochlar van Recklinghausen buitengewoon gastvrij ontvangen door de trotse en geestdriftige ouders van de jeugdige geitenvindstertjes. De hele buurt was present om de Limburgers welkom te heten. Onder een stralend zonnetje werd het op het rustige pleintje aan het einde van de Emma Lobeck Weg een vriendschappelijke kennismaking. Daar stond ook de onbeschadigde geit-2011- die er een vlucht van zo’n 130 kilometer op heeft zitten – de gasten op te wachten. Alles draaide natuurlijk om Lara en Luisa die al snel hun aanvankelijke verlegenheid door zoveel buitenlandse aandacht overwonnen en moedig poseerden voor de fotografen. Het ging er gemoedelijk en vrolijk aan toe op dat pleintje in die kinderrijke buurt, maar bij de benoeming van Lara en Luisa tot ereleden werd het natuurlijk toch heel even serieus en officieel. Hoej-president Jo Reijnders sprak zijn vreugde uit over het feit dat de geet weer was gevonden – iets wat niet altijd het geval is geweest – en toonde zich bijzonder blij het erelidmaatschap te mogen toekennen aan zulke jeugdige vindertjes als Lara en Luisa. Die kregen de bij hun erelidmaatschap behorende oorkonde en de medaille waaraan ze als erelid herkenbaar zijn. Traditionele Limburgse cadeaus, zoals korenwijn, Hoej-brood en onvervalste stinkkaas, waren er voor de ouders. Hun reactie op alles wat met de Hoej-geet te maken heeft: ’Dit zullen onze kinderen hun leven lang niet vergeten…
Vindplaats:

Het Hoej Hoej Comité samen met de pas benoemde nieuwe ereleden.

Bezocht werd natuurlijk ook de vindplaats. Lara en Luisa hadden de ballonnen met de geit als een kleurig vliegende ’vlek’ langzaam zien dalen en waren er achteraan gerend. De geit landde uiteindelijk in de elektrische bedrading boven een drukke straat een halve kilometer van hun huis. De kinderen bleven daar ’hun geit’ bewaken, zó lang zelfs, dat hun ouders zich zorgen begonnen te maken en de vaders gingen kijken. Toen die zagen wat er aan de hand was, werd geprobeerd de geit uit haar elektrische omknelling te bevrijden. Dat lukte met behulp van een lange stang; overigens geen ongevaarlijke klus, die bovendien extra lastig bleek door het vele verkeer op de weg. Die geslaagde reddingsoperatie heeft uiteindelijk geleid tot het verbroederingsfeestje op het gezellige pleintje.

Het bezoek van het Hoej-Hoej-Comité aan Recklinghausen werd besloten met een diner in een plaatselijk restaurant, waarbij snel duidelijk werd dat zowel gasten als gastvrouwen en -heren zich nu al verheugen op het weerzien volgende jaar rond de ’geet mit ee gesjtrikt udder’ in Schinveld.
Max Schmeetz